Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wegenverkeerswet 1994 (verlenen ontheffingen door Dienst Wegverkeer)

 

Wet van 9 december 2004 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot het verlenen van ontheffingen in bepaalde gevallen door de Dienst Wegverkeer en enkele technische wijzigingen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bevoegdheid tot ontheffingverlening van de Wegenverkeerswet 1994 voor bepaalde gevallen te centraliseren bij de Dienst Wegverkeer;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Wegenverkeerswet 1994.]

Artikel II [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel III
De artikelen 108, eerste lid, onderdeel h, en 109, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, zoals die artikelen luidden vóór het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen D en E, van deze wet, blijven van kracht ten aanzien van rijbewijzen, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, die voor dat tijdstip zijn geregistreerd in het rijbewijzenregister.

Artikel IV
Ontheffingen verleend ingevolge artikel 149, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze bepaling luidde voor inwerkingtreding van deze wet, behouden hun geldigheid zolang hun geldigheidsduur niet is verstreken of zij niet zijn vervangen door een ontheffing verleend op grond van artikel 149a, tweede lid.

Artikel V
1
Artikel I, onderdelen A, B, F tot en met H, en artikel IV treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
2
Artikel I, onderdeel C, treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
3
Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treden artikel I, onderdelen D en E, en artikel III in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
4
Artikel II, onderdeel A, treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel X, van de wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de rijvaardigheid en rijbevoegdheid (Stb. 250) in werking treedt.
5
Artikel II, onderdeel B, treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel EE, van de wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de rijvaardigheid en rijbevoegdheid (Stb. 250) in werking treedt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 9 december 2004
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat K. M. H. Peijs
Uitgegeven de achtentwintigste december 2004
De Minister van Justitie
j
P. H. Donner